In een ideale wereld zou geen enkele teler chemische pesticiden gebruiken. IPM, of “Geïntegreerd Onkruidbeheer” is een veelzijdig systeem dat streeft naar het creëren van die wereld. Het doel van IPM is om het gebruik van chemische pesticiden te verminderen terwijl de plaag effectief wordt bestreden. 

Wat zijn de stappen in een IPM-programma? 

1. Bepalen van actie­drempels 

We zien tekenen van plaaginfectie voordat het uit de hand loopt. IPM begint met het creëren van een kader voor de operatie om op te volgen wanneer die tekenen verschijnen. Dit kader omvat het identificeren, monitoren en vaststellen van drempelwaarden. Wanneer de drempelwaarden zijn bereikt, wordt een actieplan geactiveerd. Deze “actie­drempels” worden bepaald door een vergelijking van het potentiële verlies door de plaag met de kosten van actie.

Interveniëren we bij elk teken van plaagvorming? 

Gewassen kunnen doorgaans kleine hoeveelheden druk van plagen aan zonder verlies van opbrengst. Daarom zou interveniëren bij elk teken van plaagvorming meer kosten in arbeid en middelen dan dat het mogelijk zou besparen in opbrengstwaarde. Naast economische problemen zullen milieu­issues waarschijnlijk ontstaan in de operatie waar een voortijdige interventie heeft plaatsgevonden. Er is echter een punt waarop de druk van de plaag verliezen in de opbrengst veroorzaakt die actie vereisen. Natuurlijk wordt het belangrijk om de drempel waarden voor jouw veld en gewassen te bepalen. Op deze manier weet je wanneer het juiste moment voor actie is, zonder onnodige hoeveelheden middelen te verspillen en grote hoeveelheden opbrengsten gedurende het seizoen te verliezen. 

Het beheren van gegevens over plaag aantallen over grote percelen voor verschillende drempelwaarden vereist aanzienlijk veld- en databeheer. Wanneer data correct worden beheerd, zal de juiste actie in de juiste gebieden worden ondernomen. 

2. Actieplannen opstellen

 Na het bepalen van de actie­drempels is de volgende stap het opstellen van een actieplan om te implementeren wanneer deze drempels worden overschreden. Deze actieplannen zijn gebaseerd op de context van de boerderij en de beschikbare middelen voor de teler. 

Maar, de eerste stap van elk IPM-actieplan is gericht op preventie, in plaats van op de actie zelf. Het belangrijkste aspect van preventie wordt vaak over het hoofd gezien als een primaire methode voor plaagpreventie: Nutriëntbeheer. 

Plantensapanalyse voor beter nutriëntbeheer 

We weten dat gezonde planten betere verdediging mechanismen hebben tegen plagen dan ongezonde planten. Dus wat precies is de norm voor “gezond genoeg om plaaginfectie te voorkomen”? Nieuwe gegevens tonen aan dat plantensapanalyse indicatoren biedt van hoe geoptimaliseerd de nutriëntopname is in een operatie, en dus, hoe gezond een plant is. 

Een paar feiten om mee te eindigen 

Hoe dichter de plantensapniveaus bij optimaal zijn, hoe beter de natuurlijke verdediging capaciteiten van het gewas zijn. Dit betekent dat we tijdens het seizoen beslissingen kunnen nemen over veranderingen in nutriëntbeheer in plaats van te moeten terugvallen op toepassingen van chemische pesticiden. We kunnen ook potentiële zwakke plekken in onze verdediging voorspellen als we grote onevenwichtigheden in plantensap spotten voordat de plagen arriveren. Het implementeren van deze nieuwe strategieën is kosteneffectief, tijdseffectief en arbeidsintensief, maar ze vereisen pristine databeheer. 

Hier bij SoilBeat, beheren we alle gegevens die zijn verkregen uit grond- en/of planttesten en wijzen we trends en correlaties aan. Met een boerderij gegevensbeheersysteem dat ook plantensapgegevens kan interpreteren zoals SoilBeat, kun je problemen met plagen zien opkomen voordat ze uit de hand lopen.